De oudst bekende voormoeder van mijn voormoeder Geertruida van Saksen (1033 – 1113) was Amaltrudis (±700 – ….), welke gehuwd was met Grimbert, graaf van Parijs.

1. Amaltrudis
Van haar afkomst is niets bekend. Geboren rond 700.
Zij was gehuwd met Grimbert, graaf van Parijs.
Dochter:

  • Grimhildis van Parijs

2. Grimhildis van Parijs
Geboren na 724. Dochter van Grimbert, graaf van Parijs en Amaltrudis.
Zij was gehuwd met Hugo II van de Elzas. Geboren rond 710, overleden circa 789. Zoon van Adalbart II van de Elzas en Gerlinda Eticonides van Aquitanië.
Dochter:

  • Grimhilde van de Elzas   ± 763 – ± 813

3. Grimhilde van de Elzas
Geboren circa 763, overleden circa 813. Dochter van Hugo II van de Elzas en Grimhildis van Parijs.
Zij was gehuwd met Luithard I van Parijs. Geboren rond 760, overleden na 816. Hij was een vooraanstaande Frankische edelman. Hij was zoon van Gerard I van Parijs (Zie Graven van Parijs nr. 1) (graaf in 747) en zijn vrouw Rotrude (dochter van Carloman, zoon van Karel Martel).
Kinderen:

  • Engeltrude van Parijs  ± 783-???? Tree 8
  • Gerard II van Roussillion (Graaf (Hertog) van Vienne)  ± 800-877

4. Engeltrude van Parijs
Geboren circa 790, overleden in 850). Dochter van Luithard I van Parijs en Grimhilde van de Elzas.
Zij was getrouwd met Odo van Orléans (ca. 780 – juni 834). Hij was een vooraanstaande hoveling van Karel de Grote en Lodewijk de Vrome. Odo was zoon van Hadrianus van Orléans (Zie Graven van Orléans nr. 3) en Waldrada van Hornbach. Zijn vader was zwager van Karel de Grote en daardoor was Odo een volle neef van Lodewijk, via diens moeder. Hij had dus uitstekende connecties en was daarbij ongevaarlijk omdat hij geen aanspraken op de troon had, de ideale combinatie voor een carrière aan het hof. Hij was een trouwe aanhanger van Lodewijk de Vrome en een gunsteling van diens tweede vrouw Judith van Beieren.
Engeltrude en Odo kregen de volgende kinderen:

  • Ermentrudis (Volgt Graven van Parijs nr. 4a), eerste vrouw van Karel de Kale
  • Willem, in 866 gedood in Bourgondië
  • Gebhard
  • Waldrada van Orléans

5. Waldrada van Orléans
Geboren circa 818. Dochter van Odo I van Orléans (Zie Graven van Orléans nr. 3) en Engeltrude van Parijs (Zie Graven van Parijs nr. 3a).
Zij was 1e getrouwd met Robert IV (de Dappere) van Worms (Graaf In Saalgau 817, Oberrheingau And Wormsgau, Tours 853 en Anjou, ).
Zoon:

  • Robert (de Sterke) van Frankrijk  ± 835-866 (Volgt Robertijnen nr. 5)

Waldrada was 2e getrouwd met  Lotharius II (karolinger) van Lotharingen, koning van Lotharingen (855-869). Geboren circa 818, overleden in 869.Zoon van Lotharius I (karolinger) van Lotharingen, koning van Lotharingen en Irmengard van Tours. Na de dood van Lotharius trok Waldrada zich terug in de Abdij van Remiremont, waar zij ook werd begraven.
Kinderen uit dit huwelijk:

  • Hugo van de Elzas (Hertog van De Elzas)  855-895
  • Gisela van Lotharingen  ± 860 – 907
  • Bertha van Lotharingen   863 – 925
  • Irmgard van Lotharingen  ± 865 – ….

6. Gisela van Lotharingen
Geboren rond 860, overleden in 907. Dochter van Lotharius II, koning van Lotharingen en van Waldrada van Orléans.
Zij was gehuwd met Gottfried (de Noorman) van Friesland, graaf van Friesland, koning van Jutland, prins van Denemarken. Geboren circa 847, overleden in 885. Zoon van Godfried Haraldson van Haithabu (Koning van Jutland) en N. Ostergau. Na de dood van Gottfried werd Gisela abdis van Nivelles en Fosse.
Kinderen:

  • Frederune van Friesland  ± 880 – 917
  • Gisela van Haithabu (Koninging van Haithabu)  ± 882 – ….
  • Gottfried II van Friesland (Hertog van Friesland, Paltsgraaf Van Lotharingen)  ± 884 – 950
  • Bovo II van Friesland (Bisschop van Chalons-Sur-Marne 912)  ± 885 – 947
  • Dada van Lotharingen  ± 991 – ….

7. Frederune van Friesland
Geboren rond 880, overleden in 917. Dochter van Gottfried van Friesland en Gisela van Lotharingen.
Zij is getrouwd met Karel III der Karolingen, de Eenvoudige, koning van West-Francië (Zie Stamreeks Karel de Grote I nr. 5). Zoon van Lodewijk II, de Stamelaar  en Adelheid van Parijs, dochter van Paltsgraaf Adalhard (Zie Graven van Parijs nr. 4)
Dochter:

  • Irmintrud der Karolingen  ± 900 – 950

8. Irmentrud der Karolingen
Geboren rond 900, overleden rond 950. Dochter van Karel III de Eenvoudige, koning van West-Francië en van Frederune van Friesland.
Zij was gehuwd met Godfried van Neder-Lotharingen Geboren omstreeks 905, overleden op 26 maart na 949. Hij was Paltsgraaf van de Gulikgouw. Zoon van graaf Gerard van de Metzgau en van Oda van Saksen, een dochter van Otto I van Saksen. Godfried kwam uit het geslacht der Matfrieden en was graaf van de Gulikgouw. Via zijn moeder was hij een neef van Hendrik de Vogelaar en verder was hij de jongste broer van Wigfried, die aartsbisschop van Keulen was en kanselier van zijn neef, keizer Otto I de Grote.
Kinderen:

  • Gerberga van Neder Lotharingen  ± 919 – 998
  • Gerhard II van Neder Lotharingen  ± 923 – ± 963
  • Gebhard (Gevehardus) van Neder Lotharingen  ± 925 – ± 1003
  • Godfried Ll van Neder Lotharingen  ± 932-964
  • Adelhard van Neder Lotharingen  ± 936 – ….
  • Berta (Elisabeth) van Neder Lotharingen  ± 940 – ….

9. Gerberga van Neder-Lotharingen
Geboren circa 919, overleden in 998. Dochter van Godfried van Neder-Lotharingen en Irmentrud der Karolingen.
Zij is getrouwd met Megingoz IV (Mengosus) de Pont. Geboren in 919, overleden in 1001. Zoon van Wichard II (Wichmanni) de Pont en Sophia van Zutphen.  Wichard, bijgenaamd de Bruine speelde aan het einde van de 10e eeuw een rol in de geschiedenis van wat later het graafschap Gelre ging heten.
Kinderen:

  • Ermintrudis (Irmintrude) de Pont  ± 940 – ….
  • Wicking III (Wichard III) de Pont  ± 952 – 1035

10. Irmintrude de Pont
Geboren rond 940. Dochter van Megingoz IV (Mengosus) de Pont en Gerberga van Neder-Lotharingen.
Gravin van Avalgau, Methingau en Zutphen.
Zij was getrouwd met Herbert (Heribert) van de Wetterau.  Geboren rond 930, overleden rond 992. Hij was zoon van Udo van de Wetterau en een dochter (vermoedelijk heette ze Kunigunde) van Herbert I van Vermandois en Bertha van Morvois. Herbert was een belangrijk edelman in Centraal-Duitsland en leider van de Konradijnen. Na de dood van zijn vader Udo van de Wetterau in 949 werd Herbert graaf van de Kinziggau, de Engersgouw, en de Wetterau. Ook erfde hij de burcht Gleiberg, hoog op een basaltrots in het huidige Gießen (district). In 976 kreeg Herbert de grafelijke rechten voor de Gleiberg en omgeving: het graafschap Gleiberg. Herbert verwierf ook de titel van paltsgraaf. In 981 volgde hij keizer Otto II naar Italië en nam in 982 deel aan de rampzalig verlopen slag bij Crotone tegen de Saracenen.

Kinderen:

  • Gerberga van Gleiberg  ± 969 – ….
  • Ermentrudis van de Wetterau  ± 972 – ± 1020

11. Gerberga van Gleiberg
Geboren rond 970, overleden na 1036. Zij was een dochter van Herbert van de Wetterau en Irmintrude de Pont.
Zij trad in huwelijk met Hendrik van Schweinfurt.
Hendrik en Gerberga kregen de volgende kinderen:

  • Otto III van Zwaben
  • Eilika van Schweinfurt (ca. 1005 – 10 december ca. 1059), gehuwd met Bernhard II van Saksen
  • Judith van Schweinfurt
  • mogelijk Burchhard (ovl. 18 oktober 1059), 1036 bisschop van Halberstadt (stad), kanselier van Koenraad II de Saliër
  • mogelijk Hendrik (ca. 995 – 1043), graaf aan de Pegnitz, aan de Boven-Naab en aan de Altmühl. Hij nam in 1040 deel aan een expeditie naar Bohemen en had veel conflicten met de bisschop van Eichstätt. Gehuwd met een dochter van Kuno van Altdorf (ca. 980 – na 1020).

12. Eilika van Schweinfurt
Geboren omstreeks 1005, overleden op 10 december na 1059. Zij stamde uit een Beiers hoogadellijk geslacht. Zij was een dochter van markgraaf Hendrik van Schweinfurt en Gerberga van Gleiberg (ca. 970 – na 1036).

Eilika van Schweinfurt huwde rond 1020 met graaf Bernhard II van Saksen en werd de moeder van:

  • Ordulf van Saksen (1022-1072)
  • Herman (-1086)
  • Geertruida van Saksen
  • Hadwig, gehuwd met graaf Engelbert I van Spanheim (-1096).
  • Ida (-31 juli 1102), gehuwd met hertog Frederik van Neder-Lotharingen (-1065), met het graafschap La Roche als bruidsschat, en met graaf Albert III van Namen (-1102)

Geertruida van Saksen 2

Geertruida van Saksen

13. Geertruida van Saksen
Geboren 1033 – 3 augustus 1113.
Zij was de dochter van hertog Bernhard II van Saksen (Zie Hertogen van Saksen II nr. 5) en Eilika van Schweinfurt.

Ze trouwde rond het jaar 1050 met Floris I van Holland.
Geboren circa 1025, overleden Nederhemert, 28 juni 1061 (gedood door de troepen van Herman van Cuijck).  Zoon van Dirk III van Holland  (Zie  Graven van Holland nr. 4) en Othelhilde van Saksen.
Hij was een Friese graaf die van 1049 tot 1061 het bewind voerde over de gebieden die later bekend zouden worden als het graafschap Holland. Hij volgde zijn broer Dirk IV op.
Kinderen waren:

  • Dirk V van Holland (1052-1091), graaf van Holland (1061-1091) (Volgt Graven van Holland nr. 6)
  • Floris, jong overleden te Luik, waar hij mogelijk heen was gestuurd voor zijn opvoeding.
  • Bertha van Holland (ca. 1058-1094) , gehuwd van 1072 tot 1092 met koning van Frankrijk, Filips I van Frankrijk. Zij waren de ouders van de Franse koning Lodewijk VI  (Zie De Capetingers nr. 11).
  • Adelheid (1045-1085), gehuwd met Boudewijn I van Guînes. Zij waren de ouders van Gisela van Guînes (Zie graven van Guînes nr. 9).
Geertruida van Saksen met haar zoontje Dirk van Holland

Geertruida van Saksen met haar zoontje Dirk van Holland

Geertruida werd in 1061 weduwe. Korte tijd na het overlijden van Floris, nam bisschop Willem van Cuijck van Utrecht, het Rijnland en Kennemerland in bezit. Dit werd door de keizerin, Agnes van Poitou (1024-1077), bevestigd, de minderjarige Dirk had toen alleen nog de monding van de grote rivieren en een paar eilanden in het noorden in bezit.

Geertruida besefte dat ze een sterke bondgenoot nodig had en ze trouwde in 1063 met Robrecht I van Vlaanderen, de broer van de graaf Boudewijn VI van Vlaanderen. Robrecht gaf zijn aanspraken op het graafschap Vlaanderen op (ten gunste van zijn neef Arnulf) en wijdde zich aan zijn Friese belangen, daaraan ontleent hij in Vlaanderen zijn bijnaam “de Fries”.  Dirk ontving Vlaanderen ten oosten van de Schelde en de eilanden ten westen van de Schelde (o.a. Walcheren), als apanage.

Robrecht en zijn broer Boudewijn wisten het Rijnland en Kennemerland weer terug te veroveren, maar keizer Hendrik IV gaf hertog Godfried III van Lotharingen van Neder-Lotharingen opdracht om de bisschop te verdedigen. Godfried werd op 26 februari 1076 vermoord in Delft. Toen bisschop Willem een paar maanden later ook overleed, verzamelde Dirk een Vlaams leger en probeerde opnieuw zijn graafschap te heroveren. De nieuwe bisschop Koenraad verschanste zich in het kasteel van IJsselmonde. Toen Dirk het kasteel wist te veroveren was de strijd beslist: Koenraad sloot vrede en gaf daarbij het Rijnland en Kennemerland terug aan Dirk.

Geertruida trad in 1089 nog op als regentes van Vlaanderen terwijl Robrecht Jeruzalem bezocht. Ze overleed op 3 augustus 1113 te Veurne en is aldaar in de St.-Walburgakerk begraven.

Geertruida en Robrecht kregen de volgende kinderen:

  • Adela van Vlaanderen (1064-1115), gehuwd met Knoet IV van Denemarken, en de ouders van graaf van Vlaanderen Karel van Vlaanderen de Goede (1119-1127)
  • Robrecht II van Vlaanderen (1065-1111), graaf van Vlaanderen (1093-1111), vader van graaf Boudewijn VII van Vlaanderen (1111-1119)
  • Filips van Lo, vader van Willem van Ieper (Volgt Karel de Grote XVI nr. 13).
  • mogelijk Ogiva, abdis van Mesen
  • mogelijk Boudewijn
  • Gertrudis van Vlaanderen (1080-1117), in haar tweede huwelijk getrouwd met Diederik van Opper-Lotharingen, en de ouders van graaf van Vlaanderen, Diederik van de Elzas (1128-1168) (Volgt Graven van Vlaanderen nr 10.)
  • Rosamunde (geboren 1067), gehuwd met Berwout II van Egmont (geboren 1095 – overleden 1160), moeder van Alard van Egmont (Volgt heren van Egmont nr. 8)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

 

Vervolg van Marenteel Geertruida van Saksen:

Marenteel Zeger I van Gent

Terug naar:

Marentelen uit de Middeleeuwen

  facebook        

© 22 december 2018

De oudst bekende voormoeder van mijn voorvader Filips I van Frankrijk (1052 – 1108) is  Sophia (± 955 – ….) gehuwd met Miesceslaus van de Abodriten.

 

1. Sophia
Geboren omstreeks 955. Van haar afkomst is niets bekend.
Zij was gehuwd met Miesceslaus van de Abodriten. Geboren rond 950.
Dochter:

  • Estrid van Mecklenburg (Volgt 2)

 

2. Estrid van Mecklenburg
Geboren in 979, overleden in 1022. Zij was een koningin-gemalin van Zweden. Zij was een prinses van de Abodriten, dochter van Miesceslaus en Sophia, en trouwde met Olaf II van Zweden. Geboren circa 970, overleden in 1022. Zoon van Erik Segersäll (Zie Koningen van Zweden nr. 7) en Swietoslawa van Polen (Zie Koningen van Polen nr. 9b).
In haar tijd was een merkbare Slavische invloed in Zweden te merken, bijvoorbeeld in het werk van ambachtslieden. Zij zou een strenge en hooghartige vrouw zijn geweest die de kinderen van Olafs bijvrouw slecht behandelde en een voorliefde had voor pracht en praal.
Estrid en Olof kregen de volgende kinderen:

  • Anund Jacob  …. – 1050
  • Ingegerd  ± 1001 -1050 (Volgt 3)

 

Wapen van Zweden

3. Ingegerd van Zweden
Geboren circa 1001, overleden op 10 februari 1050. Dochter van Estrid van Mecklenburg en Olof II van Zweden (Zie Koningen van Zweden nr. 8).
Zij was in 1019 gehuwd met  Jaroslav I de Wijze, grootvorst van Kiev. Geboren te Kiev, circa 978, overleden te Vychhorod, op 20 februari 1054. Hij was een van de vele zonen van Vladimir van Kiev (Zie Grootvorsten van Kiev nr. 4) en uiteindelijk alleenheerser van het rijk van Kiev. 
Ingegerd was oorspronkelijk verloofd met Olaf II van Noorwegen, maar die verloving werd verbroken om met Jaroslav te kunnen trouwen.
Zij kregen de volgende kinderen:

  • Vladimir (1020 – Novgorod, 1052), 1043 prins van Novgorod.
  • Anastasia (Volgt Grootvorsten van Kiev nr. 6a), tweede vrouw van Andreas I van Hongarije, na diens dood non in de abdij van Admont
  • Izjaslav I van Kiev
  • Elisabeth huwde met koning Harald III van Noorwegen.
  • Svjatoslav II van Kiev
  • Vsevolod I van Kiev (Volgt Grootvorsten van Kiev nr. 6b)
  • Vjatsjeslav (ovl. ca. 1057), prins van Smolensk
  • Anna van Kiev (Volgt 4)

 

Anna van Kiev

4. Anna van Kiev
Geboren te Kiev in 1036, overleden op 5 september omstreeks 1075. Zij was een dochter van de vorst van Kiev, Jaroslav de Wijze (Zie Grootvorsten van Kiev nr. 5) en Ingegred van Zweden (Zie Koningen van Zweden nr. 9). Na de dood van zijn eerste echtgenote Mathilde, zocht Hendrik I van Frankrijk in de Europese vorstenhuizen een nieuwe echtgenote, maar hij vond niemand die niet nauw met hem verwant was. Tenslotte vond hij een nieuwe echtgenote in het afgelegen Kiev en huwde met Anna in 1051.

Anna introduceerde de Griekse naam Filips in West-Europa. Zij bracht een missaal mee naar Frankrijk dat sindsdien in de kathedraal van Reims werd gebruikt om nieuwe koningen en koninginnen in te zweren. Het missaal was in Oudkerkslavisch en kon in 1771 nog door Peter de Grote worden gelezen.

Na de dood van Hendrik in 1060, was Anna (samen met Boudewijn V van Vlaanderen) regentes over haar zoon Filips I. Anna was een geletterde vrouw – hoogst uitzonderlijk voor die tijd – maar toch riep zij enige tegenstand op wegens haar onvoldoende kennis van het Frans. In 1062 hertrouwde zij met Rudolf van Valois, die voor Anna zijn vrouw Eleonora verstootte. Het koppel werd daarop door paus Alexander II geëxcommuniceerd wegens overspel. Anna moest daardoor haar positie aan het hof opgeven. In 1065 stichtte ze een kerk en abdij te Senlis (Oise). Na het overlijden van Rudolf in 1074 keerde ze terug aan het hof. Ze is begraven in de abdij van La Ferté-Alais.

Zij werd de moeder van

 

Filips I van Frankrijk

5. Filips I van Frankrijk
Geboren te Champagne-et-Fontaine op 23 mei 1052, overleden te Melun, op 29 juli 1108. Hij was koning van Frankrijk van 4 augustus 1060 tot 1108. Hij was de zoon van Hendrik I van Frankrijk (Zie De Capetingers, Koningen van Frankrijk nr. 10b) en Anna van Kiev  (Zie Grootvorsten van Kiev nr. 6c).
Filips werd in 1059 al tot koning van Frankrijk gewijd en op 4 augustus 1060 (8 jaar oud) gekroond (de overlijdensdag van zijn vader). Zijn moeder en Boudewijn V, graaf van Vlaanderen, waren gezamenlijk regent. Toen Anna in 1061 hertrouwde met Rudolf van Valois werd haar positie aan het hof onmogelijk en moest ze haar positie opgeven. In 1066 werd Filips meerderjarig verklaard en kon zijn zelfstandig regeren beginnen. Tijdens de eerste 25 jaar van zijn bewind was Filips volop bezig om zijn binnenlandse positie te versterken, ten koste van de grote leenmannen in het noorden van Frankrijk.
Hij trouwde in 1072 met Bertha van Holland, stiefdochter van Robrecht I de Fries, graaf van Vlaanderen (Zie Graven van Vlaanderen nr. 8c) en dochter van Floris I van Holland (Zie Graven van Holland nr. 5) en Geertruida van Saksen.
Na 1090 werd Filips’ bewind beheerst door zijn huwelijksverwikkelingen en de conflicten met de kerk die daaruit voortkwamen: Filips begeerde Bertrada, de mooie en jonge vijfde vrouw van zijn oude vazal Fulco IV van Anjou. Tegelijk vond Filips dat koningin Bertha dik en onaantrekkelijk was geworden. Dus scheidde hij op 15 mei 1092 van haar en verbande ze van het hof. Daarna trouwde Filips met Bertrada. Bertrada was toen nog niet gescheiden van Fulco.
Niet alle bisschoppen konden dit accepteren en er kwam verzet tegen deze gang van zaken. In 1094 excommuniceerde de aartsbisschop van Lyon het nieuwe paar. Dit werd in 1095 door de paus bevestigd. Onder druk van de excommunicatie verliet Filips Bertrada, waarop de excommunicatie werd opgeheven; Filips en Bertrada gingen echter weer samenwonen en werden opnieuw geëxcommuniceerd. Dit herhaalde zich enkele malen tot 1104. Toen legden Filips en Bertrada een plechtige eed af om te zullen scheiden, en werd de excommunicatie opgeheven. Natuurlijk braken ze hun eed en bleven bij elkaar maar de excommunicatie werd niet opnieuw ingesteld. Als dank gaf Filips tijdens een ontmoeting in Saint-Denis steun aan paus Paschalis II tegen keizer Hendrik V.
Koning Filips I overleed in zijn kasteel in Melun op 29 juli 1108. Hij werd begraven bij het klooster van Saint-Benoît-sur-Loire omdat hij vond dat hij niet waardig was om bij zijn voorvaderen in de kathedraal van Saint-Denis te worden bijgezet.
Hij werd opgevolgd door zijn zoon Lodewijk VI de Dikke.
Filips zou verloofd zijn geweest met Judith Maria van Zwaben maar dit huwelijk ging om onbekende redenen niet door.
Hij was getrouwd met Bertha van Holland, maar verstootte haar omdat hij haar te dik vond worden.
Zij kregen drie kinderen:

Filips kreeg met Bertrade vier kinderen:

  • Filips ± 1093 – >1133, trouwde met Elisabeth, erfdochter van Montlhéry, heer van Mehun-sur-Yèvre en graaf van Mantes; steunde een opstand van zijn oom Amalrik III van Montfort en moest als straf daarvoor zijn kastelen afstaan
  • Floris  1095 – 1118, trouwde met de erfdochter van Nangis, vader van twee dochters
  • Cecilia  1097 – 1145, eerst gehuwd met Tancred, prins van Galilea (oomzegger van Bohemond van Antiochië), later met Pons, graaf van Tripoli. Met Pons kreeg ze twee zoons en een dochter
  • Eustatia, gehuwd met Jan van Etampes, stichteres van de abdij van Yerres

Filips had een zoon bij een onbekende minnares:

  • Odo

Bronnen: Wikipedia

Terug naar:

Marentelen uit de Middeleeuwen

  facebook      

© 1 maart 2019

Geertruida van Saksen

Vervolg van Marenteel Geertruida van Saksen

De oudst bekende voormoeder van mijn voormoeder Geertruida van Saksen (1033 – 1113) was Amaltrudis (±700 – ….), welke gehuwd was met Grimbert, graaf van Parijs.

Geertruida van Saksen
Geboren 1033 – 3 augustus 1113.
Zij was de dochter van hertog Bernhard II van Saksen (Zie Hertogen van Saksen II nr. 5) en Eilika van Schweinfurt.

Ze trouwde rond het jaar 1050 met Floris I van Holland

 

 

Wapen Graven van Holland

1. Adelheid van Holland
Geboren omstreeks 1045, overleden in 1087.
Zij was een dochter van Floris I van Holland  (Zie Graven van Holland nr. 5 ) en Geertruida van Saksen (Zie Graven van Saksen nr. 6)
Boudewijn en  Adelheid waren de ouders van:

  • Manasses, ook Robert, (1075-1137)
  • Fulk, graaf van Beiroet
  • Gwijde
  • Hugo, aartsdiaken.
  • Adelheid (1080-1142), gehuwd met heer Godfried II van Semur en Brionnais
  • Gizela (1075-) (Volgt 2)

 

Wapen Graven van Guînes 

2. Gizela van Guînes
Geboren 1075. Dochter van Boudewijn I van Guînes  (Zie Graven van Guînes nr. 9) en Adelheid van Holland.
Zij was gehuwd met Wenamar van Gent (1070-1120), 3de burggraaf van Gent, eerste kastelein van Gent en heer van Bornem.
Kinderen:

  • Zeger I van Gent (Volgt 3)
  • Arnoud van Gent, graaf van Guines
  • Boudewijn van Gent
  • Margareta van Gent
  • Élisabeth Ide van Gent

 

Wapen Burggraven van Gent

3. Zeger I van Gent
Zeger I van Gent. Geboren rond 1090, overleden circa 1122. Burggraaf van Gent  vanaf 1120. Zoon van Wenemar I van Gent (Zie Burggraven van Gent nr. 5) en Gizela van Guînes (Zie Graven van Guînes nr. 9) 
Volgens de Kronieken van de St.Baafsabdij bestond reeds in 940 een ‘castrum’, een kasteel op een eiland in de Leie, een zijstroom van de Schelde bij Gent. Het is daar waarschijnlijk gesticht om de aanvallen van de Noormannen te keren. Dit kasteel beheerste nagenoeg de gehele ‘pagus Gandensis’, het gebied van Gent en wijde omgeving. Tot dat gebied behoorden het Land van Waas en de streken van Aalst en Dendermonde. Ook de Vier Ambachten met hun hoofdplaatsen Assenede, Boechoute, Axel en Hulst. Deze vruchtbare kleistreken, aangewassen tegen het Land van Waas, maakten deel uit van de ‘pagus Gandensis’. De Gentse kasteelheer, kastelein of burggraaf, zoals hij in de vroegste documenten reeds genoemd wordt, had aanvankelijk veel gezag. Hij werd daarom ook wel als ‘vicecomes’ (ondergraaf) omschreven. Onder zijn bevel stond de hele krijgsmacht van het Gentse gebied. Hij was ook ‘opperbaljuw’, de opperste eiser in strafzaken. De tolheffing op openbare wegen en bevaarbare wateren was hem toevertrouwd. Hij legde belastingen in allerlei vorm op. Op zijn order werden door de ingezetenen ‘herendiensten’ verricht, gedwongen arbeid, vaak aan wallen en torens van burchten en versterkingen. Ondermeer door de bouw van het Gravensteen te Gent ca. 1180, trachtte de toenmalige graaf van Vlaanderen, Philips van de Elzas, de macht van de Gentse burggraaf te overvleugelen. De Gentse stadswijk, omgeven door de grachten die eens het oude verdwenen kasteel omringden, heet na 1180 ‘Oudenburg’.

Hij was gehuwd met Alice van Kortrijk.
Dochter uit dit huwelijk:

 

Terug naar:

Marenteel Geertruida van Saksen

Marentelen uit de Middeleeuwen

  facebook      

© 26 februari 2019

De oudst bekende voormoeder van mijn voorvader Jan Mulaert van Gavere (± 1225 – ….) is  Ida van Nijvel (± 592 – 652)

 

Ida van Nijvel

1. Ida van Nijvel
Geboren circa 592, overleden op 8 mei 652. Haar vader was waarschijnlijk een hertog in Aquitanië en over haar moeder is onduidelijkheid.
Zij was gehuwd met Pepijn van Landen. Geboren rond 580, overleden op  21 februari 639. Zoon van Carloman van Landen en Gertrude van Beieren.
Hij was van 623 tot 629 en vanaf 639 hofmeier van het Frankische koninkrijk Austrasië onder de Merovingische koningen Chlotharius II, Dagobert I en Sigibert III.
Na de dood van Pepijn stichtte Ida mede door toedoen van bisschop Amandus op haar grondgebied klooster Nijvel, dat beroemd zou worden door haar dochter, abdis Geertruida. Daarnaast schonk zij Sint Foillan een gedeelte van haar grondgebied om er het klooster van Fosses in de Ardennen te stichten.

Ida wordt, net als haar kinderen Gertrudis, Begga en Bavo, vereerd als heilige. Haar feestdag is op 8 mei. Zij wordt aangeroepen tegen de huidziekte erysipelas en tegen tandpijn.
Kinderen:

  • Begga van Landen    ± 620 – 693
  • Grimoald van Landen  615 – < 662, die net als zijn vader hofmeier van Austrasië is geweest. 
  • Geertudis van Nijvel    …. – 659, samen met haar moeder stichtster en eerste abdis van de abdij van Nijvel
  • Bavo 

 

Begga van Landen

2. Begga van Landen
Omstreeks 620, overleden 693. Geboren als dochter van de Heilige Ida van Nijvel en van Pepijn van Landen, hofmeier van Austrasië, stamvader van de Pepiniden en katholieke zalige.
Zij was gehuwd met Ansegisel. Geboren circa 610, gedood in 662. Hij was een Frankische hofmeier. Hij was een zoon van Arnulf van Metz (Zie Arnulfingen nr. 1) en zijn vrouw Doda. In 662 nam hij deel aan de mislukte staatsgreep van zijn zwager Grimoald I en werd daarbij gedood door Gundewin. Na de dood van haar man en een groot deel van haar mannelijke familieleden tijdens de mislukte staatsgreep in 662, werd Begga erfgename van het uitgestrekte familiebezit in het Maasdal. Als weduwe maakte ze een pelgrimstocht naar Rome en deed daar de gelofte om een klooster en zeven kerken te stichten. Pas nadat haar zoon Pepijn in 691 zijn politieke positie en zijn bezit veilig had gesteld, stichtte zij een klooster in Andenne, bevolkte het met nonnen uit Nijvel en werd er de eerste abdis. Begga stierf in Andenne, waarschijnlijk op 17 december 693. De heilige Begga is de patrones van stotteraars, van mensen met botbreuken, en later ook van de begijnen. Zij wordt aangeroepen tegen reuma.
Kinderen:

  • Pepijn van Herstal             ± 645 – 714  Frankische hofmeier, vader van Karel Martèl
  • Clothildis van Herstal      ± 650 – 692

 

3. Clothildis van Herstal
Geboren rond 650, overleden  na 692. Dochter van Heilige Begga van Landen en Ansegisel. Door huwelijk werd zij koningin.
Zij was gehuwd met Teuderik III de Merovinger, koning van Neustrie en Austrasie. Zoon van Clovis II (Zie Merovingen nr. 8) en Bathildis.
Na de dood van Teuderik in 690/691 oefende ze voor haar onmondige zoon Clovis IV nog minstens een jaar het regentschap uit. 
Kinderen: 

  • Clovis IV,  koning van Neustrië, Bourgondië en Austrasië
  • Childebert III, opvolger van zijn broer.
  • Bertrada van Prüm (Volgt Merovingen nr. 10)
  • Chrodlindis de Neustrie …. -708

 

4. Chrodlindis de Neustrie
Overleden in 708. Dochter van Clothildis van Herstal en Teuderik III de Merovinger, koning van Neustrie en Austrasie.
Zij was gehuwd met Landbert Lambert II de Haspengau. 
Dochter:

  • Landrade de Haspengau

 

5. Landrade de Haspengau
Geboren rond 690, overleden in 768. Dochter van Chrodlindis de Neustrie en Landbert Lambert II de Haspengau.
Zij was gehuwd met Adalheim II de Wormsgau. Geboren omstreeks 675, overleden circa 718. Zoon van Adalheim I de Wormsgau.
Dochter:

  • Williswinthe de Lorsch de Wormsgau

 

6. Williswinthe de Lorsch de Wormsgau
Geboren rond 710, overleden in 768. Dochter van Landrade de Haspengau en Adalheim II de Wormsgau.
Zij was gehuwd met Robert de Haspengau. Geboren in 696, overleden in 764.
Kinderen:

  • Guerin de Haspengau                                          723 – ….
  • Robert V de Neustrie                                           730 – 760
  • Landrée de Haspengau                                      ± 735 – 809
  • Ingram de Haspengau                                         735 – 778
  • Robert Cancor de Breisgau de Haspengau  ± 735 – > 782
  • Lambert III de Wormsgau                                   738 -> 766
  • Thüringbert de Wormsgau                                  741 -> 770

 

7. Landrée de Haspengau
Geboren omstreeks 735. Dochter van Williswinthe de Lorsch de Wormsgau en Robert de Haspengau.
Zij was gehuwd met Garnier Guy de Herbauges. Geboren in 732, overleden in 818. Zoon van Lambert de Herbauges en Deoteria d’Artois.
Dochter:

  • Guiborg Withburge de Herbauges

 

8. Guiborg Withburge de Herbauges
Geboren circa 765, overleden in 785. Dochter van Garnier Guy de Herbauges en Landrée de Haspengau‏. Zij was gehuwd met Willem van Gellonne ook wel: Willem met de Korte NeusWillem of Wilhelmus van AquitaniëGuilhemGuillaume au CornetGuillaume d’Orange (niet te verwarren met Willem van Oranje) Guillaume de Gellone Geboren circa 752, overleden circa 812. Hij was een legendarische middeleeuwse persoon. Hij was hertog van Aquitanië, graaf van Toulouse en ook de eerste graaf van Orange. Hij is een heilige van de Rooms-katholieke Kerk en beschermheilige van de wapensmeden. Zoon van Theodoric, graaf van Autun. Zijn moeder was Aldana, een dochter van Karel Martel.
Hij was een neef en paladijn van Karel de Grote. Die stelde hem aan als voogd over zijn minderjarige zoon Lodewijk de Vrome, die koning van Aquitanië was. Willem mocht zich daarom tot de meerderjarigheid van Lodewijk hertog van Aquitianië noemen. Ook vocht Willem in het zuiden van Frankrijk tegen de Saracenen. Bij één van die gevechten sloeg een Saraceen hem een stuk van zijn neus af, wat hem de bijnaam “Guillaume au Court Nez” (Willem met de Korte Neus) opleverde. Later verbasterde dit naar “Guillaume au Cornet” (Willem met de Hoorn). Tijdens zijn strijd tegen de Saracenen veroverde hij onder andere het gebied rond Orange. Dit gebied werd hem later door Karel de Grote in leen gegeven, waarmee hij de eerste Graaf van Orange werd.
Dochter van Guiborg en Willem:

  • Rothlindis van Gellone

 

9. Rothlindis van Gellone
Geboren omstreeks 785. Dochter van Willem van Gellone en Guiborg Withburge de Herbauges.
Roltlinde was gehuwd met Wala van Saint Quenntin (Wala van Corbie). Geboren omstreeks 755, overleden op 31 augustus 836. Zoon van Bernard, een zoon van Karel Martel, en een Saksische vrouw. 
Hij was één van belangrijkste adviseurs van zijn neef koning/keizer Karel de Grote, diens zoon Lodewijk de Vrome en zijn zoon Lotharius I. Na het overlijden van zijn vrouw Rothlindis en als onderdeel van een zuivering van het paleis van rivalen en medestanders werd hij in 814 na de dood van Karel de Grote door zijn opvolger Lodewijk de Vrome gedwongen om tot de Abdij van Corbie toe te treden. In het jaar 822 was hij echter terug aan het hof en werd hij opnieuw benoemd als adviseur.
Dochter:

  • Rothaide van Saint Quentin

 

10. Rothaide van Saint Quentin
Overleden in 858. Dochter van Wala van Corbie en Roltlinde van Gellone.
Zij was gehuwd met Pepijn van Vermandois. (Zie Graven van Vermandois nr. 1) Overleden na 850. Hij was een zoon van Bernard van Italië (Zie Stamreeks Karel de Grote XX nr. 3) en van Cunigonde (kleindochter  van Willem van Gellonne  (Willem met de Hoorn, hertog van Aquitanië, graaf van Orange, neef en paladijn van Karel de Grote).
Kinderen van Rothaide en Pepijn:

  • Gwenvred van Vermandois  …. – 876
  • Bernard II van LAON  ± 835 – 893
  • Herbert I graaf van Vermandois  ± 845 – 902
  • Pepijn III Berengar graaf van Senlis  ± 848 – 931
  • Adelheid (Adele) van Vermandois  ± 850 – ….
  • Cunégonde van Vermandois  ± 855 – ….

 

11. Gwenvred van Vermandois
Overleden in 876. Dochter van Pepijn van Vermandois (Zie Graven van Vermandois nr. 1) en Rothaide van Saint Quentin.
Zij was gehuwd met Salomon III van Poher, koning van Bretagne.
Kinderen:

  • Rotide van Bretagne 
  • Herbert van Poher Graaf van Maine
  • Prostion van Bretagne

 

12. Rotide van Bretagne
Geboren vóór 840. Dochter van Salomon III van Poher, koning van Bretagne en van Gwenvred.
Zij was gehuwd met Gurwent van Rennes. Geboren rond 830, overleden in 877. Hij was koning van Bretagne.
Gurwent was schoonzoon van Erispoë die was vermoord door Salomon, die zijn titel als hertog had overgenomen. Samen met zijn neef Pascweten, een kleinzoon van Erispoë, vermoordde hij Salomon in 874. Tezamen grepen ze de macht in Bretagne maar werden twee jaar later alweer afgezet door Alan (de broer van Pascwethen) en Judicaël.
Dochter:

  • Kunegonde van Rennes

 

13. Kunegonde van Rennes
Geboren omstreeks 855, overleden in 888. Dochter van Gurwent van Rennes en van Rotide van Bretagne.
Zij was gehuwd met Pepijn III Bérenger, graaf van Senlis. Zoon van Nominoë II van Vannes en Argantaël van Cornouaille.
Kinderen:

  • Poppa van Bayeux  ± 872 – ± 925
  • Judicaël-Berenger van Bretagne  (Volgt Hertogen van Bretagne nr. 1) ± 874-958

 

14. Poppa van Bayeux
Geboren circa 872 te Evreux, overleden omstreeks 925 te Rouen. Dochter van Pepijn III Bérenger, graaf van Senlis en van Kunegonde van Rennes.
Zij was gehuwd met Rollo de Noorman (Zie  Hertogen van Normandië nr. 1).
Kinderen:

  • Willem I van Normandië  (Volgt  Hertogen van Normandië nr. 2) ± 907 – 942
  • Aliette van Normandië  ± 908 – ± 962
  • Gerlette van Normandië  ± 910 – ….
  • Adela van Normandië  ± 915 – 962

 

15. Adela van Normandië
Geboren als Gerloc, na haar doop Adela genoemd, omstreeks 915, overleden in 962. Dochter van Rollo de Noorman en Poppa van Bayeux. Zij trouwde in 935 met Willem III van Aquitanië. Geboren rond 910, overleden Saint-Maixent-l’École, 3 april 963. Bijgenaamd Touwhoofd (omdat hij een wilde bos met haar had) of de Vrome, was een zoon van Ebalus van Aquitanië (Zie Hertogen van Aquitanië nr. 4) en diens eerste echtgenote Aremburgis. Hij werd graaf van Poitiers, als Willem I, in opvolging van zijn vader, en vanaf 935, hertog van Aquitanië, als Willem III. Kinderen van Adela en Willem:

 

16. Adelheid van Aquitanië
Geboren rond 950, overleden in 1004. Dochter van Adelheid van Normandië en van Willem III van Aquitanië.
Zij was gehuwd met Hugo Capet. Geboren te Parijs rond 940, overleden te Les Juifs bij Chartres, 24 oktober 996. Hij was koning van Frankrijk van 987 tot 996. Zoon van Hugo de Grote (Zie Stamreeks Karel de Grote V nr. 7) en Hedwig van Saksen (Zie Duitse Koningen en Keizers nr. 7c).
Zijn bijnaam Capet betekent “een mantel dragend” en werd hem waarschijnlijk gegeven ter onderscheid van zijn vader Hugo de Grote.
Kinderen:

  • Gisela  ± 969 – ….  Gehuwd met Hugo van Montreuil. 
  • Hedwig   ± 970 – > 1013  Gehuwd met Reinier IV van Henegouwen.
  • Robert II  972 – 1031 Opvolger van zijn vader (Volgt Capetingers Koningen van Frankrijk nr. 9).
  • Adelheid   ± 973 – > 1063

 

17. Hedwig Capet
Geboren rond 970, overleden na 1013. Dochter van Hugo Capet, koning der Franken en van Adelheid van Aquitanië.
Zij was gehuwd met  Reinier IV van Henegouwen.
Kinderen:

  • Gerberga van Henegouwen  977 – 1015
  • Lambert van Mons  ± 980 – ….
  • Richildis van Henegouwen  ± 989 – ….
  • Béatrix van Henegouwen  ± 996 – ± 1035
  • Régnier V van Mons van Henegouwen Graaf van Egisheim  ± 997-1039 
  • Rotilde van Henegouwen  ± 1000 – ….

 

18. Beatrix van Henegouwen
Geboren circa 996, overleden omstreeks 1035. Dochter van Reinier IV van Henegouwen en Hedwig Capet, prinses der Franken.
Zij was gehuwd met Ebles I van Roucy. Geboren 975, overleden op 11 maart 1033 te Reims.  Graaf van Roucy. Zoon van Giselbert de Roucy (Zie Graven van Roucy nr. 2) en Beatrix van Poitiers.
Dochter:

  • Hedwige van Roucy

 

 

19. Hedwige van Roucy
Geboren omstreeks 1035, overleden circa 1078. Dochter van Ebles I van Roucy en Beatrix van Henegouwen.
Zij was gehuwd met Godfried IV van Rumigny, heer van Rumigny en Florennes. Zoon van Godfried III van Rumigny en Gisela van la Fère.

 

20. Petronella van Rumigny
Vrouwe van Florennes en Senzeilles. Geboren omstreeks 1075, overleden in 1131. Dochter van Godfried IV van Rumigny en van Hedwige van Roucy. Zij was gehuwd met Radulf van Viesville. Geboren rond 1040, overleden vóór 1124.
Kinderen:

  • Ermentrude van Viesville  ± 1095 – ….
  • Béatrice van Viesville  ± 1097 – ± 1161
  • Péronne van Viesville  ± 1100 – ….
  • Ebles van Florennes  ± 1105 – ….

 

21. Ermentrude van Viesville
Geboren omstreeks 1095. Dochter van Radulf van Viesville en Petronella van Rumigny.
Zij was gehuwd met Hendrik van Bierbeke. Geboren rond 1080, overleden in 1119. Zoon van Reinier van Leuven en Oda van Breda.
Dochters:

  • N. van Bierbeek
  • Aleide van Bierbeke

 

Wapen heren van Bierbeek

22 N. van Bierbeek
Geboren rond 1110. Dochter van Hendrik van Bierbeke en Ermentrude van Viesville.
Zij was gehuwd met Dirk Godfriedsz van Rhenen.
Dochter:

  • Sophia van Rhenen 

 

23. Sophia van Rhenen 
Erfdochter van Herpen. Geboren circa 1136. Dochter van Dirk Godfriedsz van Rhenen en van een dochter van Hendrik van Bierbeek. Zij trouwde rond 1160 met Hendrik II van Cuijck. Geboren rond 1130, overleden in 1204.
Zoon van Herman van Cuijck en Alveradis van Chiny.
Kinderen:

  • Luitgard van Cuijck-van Perk  1162 – 1217
  • Albert van Cuijck  1170 – 1233 (Volgt Heren van Cuijck nr. 5c) 
  • Alveradis van Cuijck  ± 1175 -> 1229

 

Wapen van Cuijck

24. Luitgard van Cuijck-van Perk
Geboren in het jaar 1162 in Cuijck, overleden in 1217. Dochter van Hendrik II van Cuijck en Sophia van Rhenen. Zij was gehuwd met Godevaard II van Breda van Schoten. Heer van Breda en Schoten. Geboren rond 1160, overleden in 1216 te Tongerlo. Zoon van Hendrik II van Breda en Christina van Schoten.
Kinderen:

  • Godevaard III van Breda  ± 1185 -1227
  • Egidius van Breda  ± 1185 – ± 1243
  • Sophie van Breda  ± 1187 – > 1237 
  • Hendrik van Breda  ± 1190-± 1250
  • Beatrix van Breda  ± 1200-± 1251 

 

Wapen van Breda

25. Sophie van Breda en Schoten
Geboren circa 1187, overleden na 1237. Dochter van Godevaard II van Breda van Schooten en Luitgard van Cuijk- van Perk.
Zij was gehuwd met  Rasso VI van Gavere en Liedekerke. Geboren rond  1190, overleden in 1241. Begraven in de abdij van Affligem. Vermeld vanaf 1214 tot 1241. Hij was heer van Gavere, Chièvres, Liedekerke en Eksaarde. Zoon van Rasso V van Gavere  (Zie Heren van Gaveren nr. 7) en Clarisse van Herzele (Dochter van Lodewijk van Herzele en Hildegard van Rode).
Hij streed met zijn vader en zijn broers in de slag bij Bouvines en werd er gevangengenomen. Na zijn vrijlating was hij een belangrijk vertrouweling van gravin Johanna van Constantinopel.
Kinderen:

  • Rasso VII van Breda– van Gavere- Van Liedekerke  ± 1215-1290
  • Arnold van Gavere  ± 1215 – ± 1270
  • Clarisse van Gavere  ± 1225 – …. 
  • Jan I Mulaert van Gavere  ± 1230 – < 1281 (Volgt 26)

 

26. Jan Mulaert van Gavere
Geboren rond 1230, overleden voor 1281. Zoon van Rasso VI van Gavere en Liedekerke en van Sophie van Breda en Schooten.
Hij was gehuwd met  Elizabeth Van den Ackere, Dame d’Exarde.
Kinderen:

  • Rasso I ‘Mulaert’ van Gavere, heer van Eksaerde
  • Bouwen van Gavere
  • Maria van Gavere
  • Niklaas van Gavere
  • Elisabeth van Gavere
  • Willem van Gavere
  • Zeger van Gavere
  • Clarissa van Gavere (Volgt Heren van Gavere nr. 10)
  • Agnes van Gavere

 

 

 

 

Terug naar:

Marentelen uit de Middeleeuwen

  facebook        

© 26 december 2018, laatst bijgewerkt op 1 september 2019.

 

 

1. Berthold van Schweinfurt
Geboren omstreeks 915 – overleden te Schweinfurt op 16 januari 980.
Hij was markgraaf van de Beierse Nordgau en een belangrijke vazal van Otto I de Grote.

Naast markgraaf van de Beierse Nordgau was Berthold ook graaf van de Radenzgau, aan de Naab, Volkfeld, Ammerthal en Cham. Daarmee beheerste hij het noordelijke deel van Beieren en de Beierse grens met Bohemen en heeft daardoor meerdere malen met Bohemen en de Hongaren moeten vechten. Berthold hield hof te Regensburg.

In 941 kreeg hij van koning Otto de opdracht om de opstandige graaf Lothar II van Walbeck gevangen te houden. Blijkbaar kregen Berthold en Lodewijk een uitstekende verstandhouding want later zou Berthold met Lothars dochter Heliksuinda (ook Eilika) trouwen. In 964 werd Berthold verantwoordelijk voor de bewaking van de voormalige koning Berengar van Italië en zijn vrouw Willa, in hun ballingsoord Bamberg. In 974 voorkwam hij een opstand van Hendrik II van Beieren (hertog) wat er twee jaar later nog toe leidde dat ze onderling een korte oorlog uitvochten. De status van Berthold wordt nog onderstreept doordat hij koning Otto II op 13 augustus 978 publiek berispte op een rijksdag, omdat Otto een graaf Gero had laten onthoofden ondanks dat die in een tweegevecht (weliswaar door geluk) zijn tegenstander had gedood en daarmee volgens het gewoonterecht zijn onschuld had bewezen. Berthold overleed aan een ziekte en deed op zijn sterfbed nog een schenking aan het klooster van Sankt Emmeran in Regensburg.

De afkomst van Berthold is niet gedocumenteerd. De meest gehoorde theorie is dat hij een zoon of neef zou zijn van Arnulf I van Beieren.
Hij was gehuwd met Heliksuinda Van Waldeck. Geboren rond 930, overleden op 19 augustus 1015. Zij was dochter van Lothar II van Walbeck (Zie Graven van Walbeck nr. 2) en Mathilde van Arneburg.
Berthold en Heliksuinda kregen de volgende kinderen:

  • Hendrik van Schweinfurt (Volgt 2)
  • Bukko, steunt zijn broer in 1003 tegen koning Hendrik II de Heilige
  • Eilika, in 1010 vermeld als abdis van Niedernburg te Passau

Heliksuinda is stichteres van de dom van Schweinfurt. In 1003 weet ze de verwoesting van de kerk en het kasteel van Schweinfurt te voorkomen als het leger van de koning de opdracht heeft om de opstandige Hendrik van Schweinfurt zo te bestraffen. Ze sloot zich op in de kerk en liet het leger weten dat als ze de kerk zouden afbranden, ze haar mee moesten verbranden omdat ze de kerk niet zou verlaten. Uit respect voor de oude dame heeft het leger de kerk ongemoeid gelaten en slechts enkele symbolische stenen van het kasteel verwijderd. Heliksuinda is begraven in de dom van Schweinfurt.

Bronvermelding: Wikipedia – Berthold van Schweinfurt

 

2. Hendrik van Schweinfurt
Geboren rond 950, overleden op 8 september 1017. Hij was markgraaf van de Beierse Nordgau.
Hendrik was zoon van Berthold van Schweinfurt en Heliksuinda van Walbeck (ca. 930 – 19 augustus 1015).

Hendrik erfde van zijn vader grote familiebezittingen rond de Main en in het gebied tussen de Main en de Donau. Hij volgde hem bovendien op als markgraaf van de Nordgau, graaf van Schweinfurt (stad), Radenzgau en de Volkfeld. Hendrik steunde in 981 de Italiaanse veldtocht van keizer Otto II met 40 ridders. Later werd hij verbannen door keizer Otto III wegens zijn conflicten met de bisschop van Würzburg dat begon doordat Hendrik onrechtmatig een vazal van de bisschop de ogen had laten uitsteken.

Hendrik steunde de kandidatuur van de latere keizer Hendrik II in ruil voor de belofte van functie van hertog van Beieren. Toen Hendrik wel tot keizer was gekozen maar zijn belofte niet inloste, steunde Hendrik de opstand van Boleslaw Bolesław I van Polen, die echter in 1003 werd neergeslagen. Het huwelijk van dochter Eilika met Bernhard II van Saksen heeft vast met deze verwikkelingen samengehangen. Een aantal andere hoge edelen nam ook deel aan de opstand, de opstand was een algemene uiting van onvrede met de houding van de koning die te veel inbreuk maakte op de rechten van de adel. Hendrik werd dan ook soepel behandeld door de legers van de koning. De kastelen van Hendrik vielen snel in handen van de troepen van de koning, die het bevel om de versterkingen te slopen in de regel negeerden. Van de burcht van Schweinfurt werden slechts symbolisch enkele stenen verwijderd, toen Hendriks moeder Eilika zich in de kerk van het kasteel opsloot een dreigde dat ze zich zou laten verbranden als de koninklijke troepen het kasteel in brand zouden steken. Een ander kasteel werd overgegeven in ruil voor vrije aftocht van de bezetting en van Gerberga en haar kinderen, ook dat kasteel werd nauwelijks beschadigd. In 1004 vroeg Hendrik om vergiffenis. Hij werd voor onbepaalde tijd opgesloten onder hoede van een bisschop, maar nadat hij in drie dagen en nachten in hoog tempo alle psalmen had gezongen en bij iedere psalm een kniebuiging had gemaakt, kreeg Hendrik genade en werd ook weer in deel van zijn lenen hersteld. Hij diende daarna de keizer als veldheer en overleed na een langdurig ziekbed. Hendrik werd begraven bij de kloosterkerk in Schweinfurt.

Hendrik trouwde met Gerberga van Gleiberg (ca. 970 – na 1036), dochter van Herbert van de Wetterau en Irmtrud van Avalgau (957 – 1020). Hendrik en Gerberga kregen de volgende kinderen:

  • Otto III van Schweinfurt, hertog van Zwaben (Volgt 3a)
  • Eilika van Schweinfurt  ± 1005 – ± 1059 (Volgt 3b)
  • Judith van Schweinfurt
  • mogelijk Burkhard (ovl. 18 oktober 1059), 1036 bisschop van Halberstadt (stad), kanselier van Koenraad II de Saliër
  • mogelijk Hendrik (ca. 995 – 1043), graaf aan de Pegnitz, aan de Boven-Naab en aan de Altmühl. Hij nam in 1040 deel aan een expeditie naar Bohemen en had veel conflicten met de bisschop van Eichstätt. Gehuwd met een dochter van Kuno van Altdorf (ca. 980 – na 1020).
Bronvermelding: Wikipedia – Hendrik van Schweinfurt

 

Wapen van Zwaben

3a. Otto III van Schweinfurt
Bijgenaamd  de Witte. Geboren rond 1000, overleden op 28 september 1057. Hij was vanaf 1048 hertog van Zwaben.
Zoon van markgraaf Hendrik van Schweinfurt en Gerberga van Gleiberg.

Otto wordt voor het eerst genoemd in 1014 als graaf van Neder-Altmühl (of Kelsgau). Door erfenis van zijn vader (1024) bezat Otto uitgebreide goederen in Radenzgau en Schweinfurt, in het noorden van Beieren. In 1034 werd hij graaf van Neder-Naab. Hij nam onder Koenraad II de Saliër en Hendrik III deel aan verschillende keizerlijke expedities naar Bohemen, Hongarije en Polen. In 1040 leidde hij het Beierse contigent naar Bohemen maar werd verslagen bij Cham. Otto werd in 1048 in Ulm door Hendrik III aangesteld tot hertog van Zwaben. Otto is begraven in Schweinfurt.

Otto was in 1035 verloofd met Mathilde, dochter van Bolesław I van Polen, maar deze verloving werd verbroken door het concilie van Trebur in 1036 – vermoedelijk wegens bloedverwantschap. Otto huwde in 1036 met Irmengard van Susa (ca. 1020 – 21 januari 1078), dochter van Manfred II Olderik van Turijn, markgraaf van Turijn. Otto en Irmengard kregen de volgende kinderen:

  • Judith    …. – 1104  (Volgt 4a)
  • Beatrix   …. – 1102, erfdochter van Schweinfurt, gehuwd met Hendrik van Hildrizhausen (ovl. 1078). Hendrik volgde zijn schoonvader op als markgraaf van de Beierse Nordgau.
  • Gisela
  • Alberada Bertha  …. – ± 1103, gehuwd met Herman II van Kastl, markgraaf van Banz, en daarna met diens broer Frederik
  • Elika, abdis van de abdij Niedermünster

Ermengard hertrouwde met Egbert I van Meißen en kreeg met hem twee kinderen: Egbert II van Meißen en Gertrudis. Na Egberts overlijden in 1068 keerde ze terug naar Italië.

 

3b. Eilika van Schweinfurt
Geboren omstreeks 1005, overleden rond 1060. Zij stamde uit een Beiers hoogadellijk geslacht. Zij was een dochter van markgraaf Hendrik van Schweinfurt en Gerberga van Gleiberg (ca. 970 – na 1036).

Eilika van Schweinfurt huwde rond 1020 met graaf Bernhard II van Saksen. Geboren rond 990, overleden op 29 juni 1059. Hij was hertog van Saksen. Hij was de zoon van hertog Bernhard I van Saksen (Volgt Hertogen van Saksen nr. 4) en Hildegarde van Stade.

In 1011 volgde hij zijn vader op als hertog en erfde dienst functies als voogd van Lüneburg, Werden, Möllenbeck, Minden, Herford, Kemnade en Fischbeck. In 1018 bemiddelde Bernhard de vrede van Bautzen (stad) tussen Duitsland en Polen. Hij streed vooral tegen de Wenden en de Friezen. Bernhard stond op gespannen voet met keizer Hendrik III vanwege diens pogingen om het bestuur te centraliseren. Bernhard wist juist de autonomie van Saksen op het gebied van wetgeving te herstellen. In 1045 bouwde hij een kasteel in Hamburg. Bernhard werd begraven in de Sint Michaeliskerk te Lüneburg.

Bernhard II kreeg de voodij over een minderjarige zoon van zijn neef Wichman III, die was vermoord in 1016. Wichman III is een zoon van Egbert Eenoog.

  • Ordulf van Saksen        1022 – 1072 (Volgt 4b)
  • Herman                               …. – 1086
  • Geertruid van Saksen      …. – 1115 (Volgt 4c)
  • Hadwig, gehuwd met graaf Engelbert I van Spanheim  …. -1096
  • Ida van Saksen ± 1035 – 1107 (Volgt 4c)
Bronvermelding: Wikipedia – Bernhard II van Saksen

 

4a. Judith van Schweinfurt
Overleden op 1 maart 1104. Dochter van Otto II van Schweinfurt en Irmengard van Susa.
Zij was 1e gehuwd met Koenraad I van Beieren, zij trouwde 2e in 1056 met Botho van Pottenstein. Zoon van Hartwig van Pottenstein en Frideruna van Dittmarschen.
Uit het 2e huwelijk had Judith een dochter:

  • Adelheid van Pottenstein (Volgt 5)

 

Ordulf van Saksen

4b. Ordulf van Saksen
Geboren in 1022, overleden op  28 maart 1072. Hij was een lid van het Huis Billung als zoon van hertog Bernhard II van Saksen en Eilika van Schweinfurt.
Ordulf volgde zijn vader op als hertog van Saksen in 1059 en zijn regeerperiode werd beheerst door de strijd tegen de Wenden. Ordulf was hierbij bondgenoot van Denemarken en trouwde met Wulfhild, de halfzuster van koning Magnus I van Noorwegen en Denemarken. Het lukte Ordulf niet om beslissende successen te boeken tegen de Wenden en tegelijk leidde alle aandacht voor de Wenden ertoe dat zijn positie binnen het hertogdom zwakker werd. Ordulf is begraven in de Sint-Michaeliskerk te Lüneburg.

Ordulf was in 1042 gehuwd met Wulfhilde van Noorwegen. Geboren omstreeks 1019, overleden voor 1070. Dochter van koning Olaf II van Noorwegen (Zie Koningen van Noorwegen nr. 5).
Kinderen:

Hij was 2e gehuwd in 1071 met Gertrude van Haldensleben (-1116), dochter van graaf Koenraad, weduwe van graaf Frederik van Formbach.
Zoon:

  • Bernhard, die op jonge leeftijd overleed na een val van zijn paard
Bronvermelding: Wikipedia – Ordulf van Saksen

 

Geertruida van Saksen

4c. Geertruida van Saksen
Geboren in 1033, overleden op 3 augustus 1113. Dochter van hertog Bernhard II van Saksen en Eilika van Schweinfurt.
Ze trouwde rond het jaar 1050 met Floris I van Holland. Zoon van Dirk II van Holland (Zie Graven van Holland nr. 4)
Kinderen waren:

  • Dirk V van Holland (1052-1091), graaf van Holland (1061-1091) (Volgt Graven van Holland nr. 6)
  • Floris, jong overleden te Luik, waar hij mogelijk heen was gestuurd voor zijn opvoeding.
  • Bertha van Holland (ca. 1058-1094) , gehuwd met Filips I van Frankrijk (Zie De Capetingers nr. 11)
  • Adelheid (1045-1085), gehuwd met Boudewijn I van Guînes (Zie Graven van Guînes nr. 8)

Geertruida werd in 1061 weduwe. Korte tijd na het overlijden van Floris, nam bisschop Willem van Cuijck van Utrecht, het Rijnland en Kennemerland in bezit. Dit werd door de keizerin, Agnes van Poitou (1024-1077), bevestigd, de minderjarige Dirk had toen alleen nog de monding van de grote rivieren en een paar eilanden in het noorden in bezit.

Geertruida besefte dat ze een sterke bondgenoot nodig had en ze trouwde in 1063 met Robrecht I van Vlaanderen, de broer van de graaf Boudewijn VI van Vlaanderen. Robrecht was was de tweede zoon van graaf Boudewijn V van Vlaanderen (Zie Graven van Vlaanderen nr. 7) en van Adela van Frankrijk (Zie Stamreeks Karel de Grote (V) nr.10.

Robrecht gaf zijn aanspraken op het graafschap Vlaanderen op (ten gunste van zijn neef Arnulf) en wijdde zich aan zijn Friese belangen, daaraan ontleent hij in Vlaanderen zijn bijnaam “de Fries”. Dirk ontving Vlaanderen ten oosten van de Schelde en de eilanden ten westen van de Schelde (o.a. Walcheren), als apanage.

Robrecht en en zijn broer Boudewijn wisten het Rijnland en Kennemerland weer terug te veroveren, maar keizer Hendrik IV gaf hertog Godfried III van Lotharingen van Neder-Lotharingen opdracht om de bisschop te verdedigen. Godfried werd op 26 februari 1076 vermoord in Delft. Toen bisschop Willem een paar maanden later ook overleed, verzamelde Dirk een Vlaams leger en probeerde opnieuw zijn graafschap te heroveren. De nieuwe bisschop Koenraad verschanste zich in het kasteel van IJsselmonde. Toen Dirk het kasteel wist te veroveren was de strijd beslist: Koenraad sloot vrede en gaf daarbij het Rijnland en Kennemerland terug aan Dirk.

Geertruida trad in 1089 nog op als regentes van Vlaanderen terwijl Robrecht Jeruzalem bezocht. Ze overleed op 3 augustus 1113 te Veurne en is aldaar in de St.-Walburgakerk begraven.

Geertruida en Robrecht kregen de volgende kinderen:

  • Adela van Vlaanderen (1064-1115), gehuwd met Knoet IV van Denemarken, en de ouders van graaf van Vlaanderen Karel van Vlaanderen de Goede (1119-1127)
  • Robrecht II van Vlaanderen (1065-1111), graaf van Vlaanderen (1093-1111), vader van graaf Boudewijn VII van Vlaanderen (1111-1119)
  • Filips van Lo, vader van Willem van Ieper (Volgt Karel de Grote XVI nr. 13).
  • mogelijk Ogiva, abdis van Mesen
  • mogelijk Boudewijn
  • Gertrudis van Vlaanderen (1080-1117) (Volgt Graven van Vlaanderen nr. 9), in haar tweede huwelijk getrouwd met Diederik van Opper-Lotharingen, en de ouders van graaf van Vlaanderen, Diederik van de Elzas (1128-1168)(Volgt Graven van Vlaanderen nr 10.)
  • Rosamunde (geboren 1067), gehuwd met Berwout II van Egmont (geboren 1095 – overleden 1160), moeder van Alard van Egmont (Volgt heren van Egmont nr. 8)
Bronvermelding: Wikipedia – Geertruida van Saksen

 

4d. Ida van Saksen
Geboren omstreeks 1035, overleden op 31 juli 1107. Dochter van hertog Bernhard II van Saksen en Eilika van Schweinfurt.
Ida van Saksen trouwde omstreeks 1055 met Frederik van Luxemburg (1003 † 1065,) met het graafschap La Roche als bruidsschat. Dit huwelijk bleef kinderloos. Als weduwe hertrouwde ze in 1065 met graaf Albert III van Namen. Geboren omstreeks  1035, overleden op 22 juni 1102).
Hij was graaf van Namen, een zoon van Albert II van Namen (Zie Graven van Namen nr. 4) en Regelindis van Lotharingen.
Albert werd na de dood van zijn neef, hertog Godfried met de Bult, (1076) aangesteld tot voogd van de abdij van Stavelot-Malmédy. In Neder-Lotharingen werd hij tot vice-hertog benoemd als waarnemer voor – de dan pas tweejarige – Koenraad, zoontje van keizer Hendrik IV. Bij die gelegenheid ontving hij de villa Echt (Limburg). Albert werd door de Duitse koning beleend als graaf van Verdun en behartigde de belangen van Mathilde van Toscane, de weduwe van Godfried met de Bult.
Albert raakte evenwel met andere Lotharingse krijgsheren in een jarenlange strijd verwikkeld. Met Godfried van Bouillon, erfgenaam van Godfried III, twistte Albert van Namen om zekere erfrechten van zijn moeder Regelindis. Hij wist Godfried niet te verdrijven uit Stenay van waaruit deze het gebied van Verdun telkens bedreigde. Albert staakte uiteindelijk de vijandelijkheden en sloot zich aan bij de Godsvrede van Luik (1082).
Na in 1085 de keizerlijke veldheer, paltsgraaf Herman II van Lotharingen, te hebben gedood tijdens een dispuut omtrent het oprichten van een burcht te Dalhem, viel Albert in ongenade bij de Duitse keizer Hendrik IV. Weldra werd hij ontheven uit zijn hertogelijke functies ten gunste van Godfried van Bouillon. Hij verwierf later nog het graafschap Château- Porcien bij het huwelijk van zijn zoon Godfried in 1087. Een andere zoon van hem, Frederik van Luik, werd bisschop van Luik.
Kinderen:

  • Godfried, graaf van Namen van 1102 tot 1139 (Volgt Graven van Namen nr. 6a)
  • Hendrik, graaf van La Roche-en-Ardenne (Volgt Graven van Namen nr. 6b), getrouwd met Mathilde van Limburg, dochter van Hendrik I van Limburg
  • Frederik, was onder andere proost van het kapittel van Sint-Lambertus en enkele jaren prins-bisschop van Luik.
  • Albert (ovl. voor 1122), graaf van Jaffa door zijn huwelijk met Mabelia van Roucy, de weduwe van Hugo I van Jaffa
  • Adelheid, tweede echtgenote van Otto II van Chiny (Volgt Graven van Chiny nr. 5)
Bronvermeldingen: Wikipedia – Ida van Saksen, Wikipedia – Albert III van Namen.

 

 

5. Adelheid van Pottenstein
Geboren rond 1060, overleden op 13 augustus 1106. Dochter van Botho van Pottenstein en Judith van Schweinfurt.
Zij was getrouwd met Hendrik I van Limburg. Geboren rond 1070, overleden in 1119.
Hij was de oudste zoon van Walram I van Limburg  (Zie Graven van Limburg nr. 1) en Jutta van Luxemburg, dochter van Frederik II van Luxemburg, hertog van Neder-Lotharingen  (Zie Graven van Luxemburg nr. 3a).
Hendrik volgde in 1082 zijn vader op als graaf van Limburg.
Kinderen:

  • Hendrik van Limburg
  • Walram II van Limburg    1085 – 1139 (Volgt Graven van Limburg nr. 3a)
  • Mathilde van Limburg  ± 1090 – > 1148, Gehuwd met Hendrik van Namen, graaf van La Roche (Volgt Graven van Namen nr. 6a)
  • Adelheid van Limburg  ± 1095 – 1145 (Volgt Marenteel Dirk van Brederode nr. 6)
  • Agnes van Limburg      ± 1095 – 1136

Terug naar:

Graven en Gravinnen

  facebook       

© 29 september 2019

 

De middeleeuwen (ca. 500 tot ca. 1500) vormen in de geschiedenis van Europa de periode tussen de oudheid en de vroegmoderne tijd.

Een parenteel begint in het verleden bij een oudst bekende voorvader en geeft de nakomelingen in mannelijke en vrouwelijke lijn. Maar het komt ook voor dat een parenteel alleen de namen van mannen weergeeft. Als tegenhanger is de marenteel ontstaan, dit geeft alleen de vrouwelijke lijn van moeders en dochters weer. Het laat dus alle vrouwelijke nakomelingen van een voormoeder zien, met steeds weer andere achternamen. Lees meer….

 

Marenteel Philip Claesz van Adrichem

Marenteel Werner van Lichtenberch

Marenteel Maria van Arkel

Marenteel Jan II van Egmont

Marenteel Hadewij van Hodenpijl

Marenteel Willem van Slingeland

Marenteel Rosela van Buren

Marenteel Jan V van Arkel

Marenteel Otto van Arkel

Marenteel Jan IV van Arkel

Marenteel Elisabeth van Beieren

 

Marenteel Lisebette van Voorne

 

Marenteel Johanna van Horne

Marenteel Johanna van Holland

Marenteel Dirk van Cranendonck

Marenteel Elisabeth v d Dussen

Marenteel Willem IV van Horne

Marenteel Reinoud II van Gelre

Marenteel Willem de Goede

Marenteel Herbaren van Riede

Marenteel Willem III van Bronckhorst

Marenteel Lodewijk de Beier

Marenteel Filips van Artesië

Marenteel Elisabeth van Mortagne

Marenteel Floris V van Holland

Marenteel Arnold IV van Steyn

Marenteel Robert II van Artesië

http://johnooms.nl/marenteel/jan-ii-van-avesnes/

Marenteel Jan Florisz van der Woert

Marenteel Jan de Sterke van Arkel

Marenteel Aleid van Holland

Marenteel Clarisse van Gavere

Marenteel Lodewijk IX van Frankrijk

Marenteel Margaretha van Constantinopel

Marenteel Diederik V van Kleef

Marenteel Jutta van Holland

Marenteel Dirk van Brederode

Willem I, Mechteld en Margaretha

Marenteel Jacob van Avesnes

Marenteel Everard III van Mortagne

Marenteel Bouchard de Guise

Marenteel Hendrik I van Gelre

Marenteel Hendrik van Schotland

Marenteel Garcia IV van Navarra

Marenteel Hendrik II van Limburg

Ludwig II van Arnstein

Marenteel Hugo I van Vermandois

Marenteel Filips I van Frankrijk

Marenteel Zeger I van Gent

Marenteel Geertruida van Saksen

Marenteel Willem I van Bourgondië

Marenteel Gerold II van Genève

Marenteel Dirk III van Holland

Marenteel Hugo Capet

Marenteel Otto I de Grote

Marenteel Hugo de Grote

Marenteel Hendrik de Vogelaar

Marenteel Nithard van Ponthieu 

Vermeldingen:
Overzicht genealogische bronnen

 

Zie ook:

Marentelen

   facebook     

 

© JohnOoms.nl

Graven en Hertogen van Limburg

Het hertogdom Limburg ontstond bij het uiteenvallen van het hertogdom Neder-Lotharingen in de 10e en 11e eeuw. Het omvatte voornamelijk het land van Eupen. De eerste bekende heer was Frederik van Luxemburg, ca. 1056. Zijn schoonzoon Walram I, graaf van Aarlen (1061-1082) bouwde de burcht Limburg in het dal van de Vesder. Diens zoon Hendrik I werd ook hertog van Neder-Lotharingen, waardoor de hertogstitel op Limburg overging.

De hertogen van Limburg oefenden grote invloed uit in het Duitse Rijk, vooral bij de Investituurstrijd, waarbij Hendrik I een grote rol speelde. De Limburgse hertogen bezaten verschillende leengoederen in aangrenzende landen. Limburgse lenen waren onder andere te vinden in Monschau, Bütgenbach, Sittard en Heerlen. Reeds in 1155 wordt het Land van ‘s-Hertogenrade met het hertogdom Limburg verbonden in een personele unie.

Na het huwelijk van Walram III van Limburg met zijn tweede echtgenote Eremesinde werd deze in 1214 graaf van Luxemburg. In 1221 werd hij hertog van Limburg in opvolging van zijn vader. Hij overleed vijf jaar later en werd bijgezet in de abdij van Rolduc die in 1104 gesticht was in het land van ‘s-Hertogenrade.

Limburg

Limburg

1. Walram I van Limburg of Walram Udo (geboren ca. 1030 – overleden 1082) was vanaf 1061 de eerste graaf van Limburg die met zekerheid genoemd kan worden. Tevens was hij graaf van Aarlen en voogd van de abdij van Sint-Truiden. Walram wordt soms beschouwd als bouwheer van het slot Limburg, doch deze mening is vooralsnog niet verenigd kunnen worden met het feit dat bedoelde burcht zich in 1085 nog in handen bevond van paltsgraaf Herman II van Lotharingen.
Walram was zoon van Walram van Aarlen (ca.991 – 1052) en de kleinzoon van Hendrik van Worms (970 – 991) en van Adela, dochter van Diederik I van Lotharingen. Hij huwde met Jutta, dochter van Frederik van Luxemburg, Hertog van Neder-Lotharingen en Gerberga van Boulogne.
Zijn zoon Hendrik I (Volgt 2), die hem opvolgde als graaf van Limburg, zou in 1101 hertog van Neder-Lotharingen en markgraaf van Antwerpen worden, mede dankzij de verwantschappen via zijn moeder en grootmoeder.
Kinderen:
–  Henry I van Limburg,  graaf van Limburg (volgt 2a)
–  Koenraad van Merum, graaf van Merum (Volgt 2b)
–  Henri d’Arlon, hertog van Neder-Lotharingen.
–  Appolonia van Limburg (Volgt 2c)

2a. Henry I (Hendrik) van Limburg, (geboren ca. 1070 –  overleden 1119)
Hij was de oudste zoon van Walram I van Limburg en Jutta van Luxemburg, dochter van Frederik (II) van Luxemburg, hertog van Neder-Lotharingen.
Hendrik volgde in 1082 zijn vader op als graaf van Limburg. Hij verzette zich in 1094 tegen de benoeming van Arnold I van Loon als voogd van Sint-Truiden voor de bezittingen in het prinsbisdom Metz. Zelf werd Hendrik in 1095 benoemd tot paltsgraaf van Neder-Lotharingen. Hij volgde zijn hertog Godfried van Bouillon in de Eerste Kruistocht en keerde daarna naar huis terug.
In 1101 werd hij benoemd tot opvolger van Godfried als hertog van Neder-Lotharingen en markgraaf van het markgraafschap Antwerpen. Zijn bestuur wordt vooral herinnerd omdat hij de schenking van tienden door Godfried aan Antwerpse kerken, ongedaan maakte. In 1106 moest Hendrik zijn functie opgeven omdat hij trouw bleef aan de afgezette keizer Hendrik IV na de coup van diens zoon, de latere keizer Hendrik V. Hertog Hendrik werd zelfs gevangengezet maar wist te ontsnappen.
In 1108 nam Hendrik paltsgraaf Siegfried gevangen die een complot tegen Hendrik V zou hebben beraamd. Hierdoor kwam Hendrik terug in de gunst van de keizer. Maar in de volgende jaren koos ook Hendrik de kant van de tegenstanders van de koning. Hij vocht mee met de Lotharingse edelen die in 1114 de keizer versloegen bij Andernach. In 1115 was hij een van de aanvoerders van de Lotharingse troepen die de Saksen hielpen tegen de keizer in de slag bij Welfesholz, waar de keizer opnieuw werd verslagen. Op de terugweg veroverden de Lotharingers Münster (stad), en verwoestten ze de palts van Dortmund en een aantal kastelen. In Mainz werd vervolgens een wapenstilstand bemiddeld. Daarna zijn geen bijzonderheden over Hendrik bekend.
Hendrik was getrouwd met Adelheid van Pottenstein (ca. 1080 – 13 augustus 1106). Zij was een achternicht van keizerin Bertha van Savoye, wat ongetwijfeld een invloedrijke steun betekende bij de benoemingen die Hendrik verkreeg. Hendrik en Adelheid kregen de volgende kinderen:

  • Walram II (Volgt 3a)
  • Agnes (ovl. 1136), gehuwd met Frederik van Putelendorf (twee zoons en een dochter) en daarna met Walo van Veckenstedt
  • Adelheid (ovl. 6 februari ca. 1145, begraven in Sint-Michael te Bamberg), gehuwd met Frederik van Werl-Arnsberg (ca. 1075 – 1124; een dochter), daarna Kuno van Horburg (geen kinderen) en daarna Koenraad van Dachau (een zoon: Koenraad, hertog van Merano).
  • Mathilde, gehuwd met Hendrik van Namen, graaf van La Roche. Zij kregen een dochter Mathilde van La Roche (Volgt Graven van Namen nr. 7b)
  • Hendrik II van Limburg

2b. Koenraad van Merum (geboren 1068 – overleden 1142)
Graaf van Merum. Hij was een zoon van Walram I van Limburg en Jutta van Luxemburg.
Hij was gehuwd met Heilwig van Roode, dochter van Arnoud Boudewijn van Heusden en Heilwig van Malsen.
Kinderen:
– Aleydis van Merum
– Rutger van Merum (Volgt 3b.)
– Alverade van Merum

2c. Appolonia van Limburg.
Zij was een dochter van Walram I en Jutta van Luxemburg.
Zij was gehuwd met Dodo II van Egmont (overleden 10 maart 1074), zevende heer van Egmond. Zoon van Walengier I van Egmont en Helena van Brandenburg.
Kinderen:
– Beerwout I van Egmont, (Volgt Heren van Egmont nr. 7).
– Perinne (Petronella) van Egmont, getrouwd met de graaf van Kormond (Clermont ?).
– Oktrude (Geertruida) van Egmont, getrouwd met de heer van Lomerveld.

3a. Walram II, bijgenaamd Paganus (de Heiden) (geboren ca. 1085 – overleden 16 juli 1139)
Hij was een zoon van hertog Hendrik I van Limburg en van Adelheid van Pottenstein. Zijn bijnaam heeft hij waarschijnlijk te danken aan een late doop.

Hij was van 1118 tot 1139 als Walram II hertog van Limburg in opvolging van zijn vader. Hij was ook hertog van Neder-Lotharingen van 1128 tot 1139, ter vervanging van Godfried I van Leuven, die zichzelf niettemin oorkondelijk als hertog van Neder-Lotharingen bleef beschouwen. Walram werd in 1128 hoe dan ook door de Duitse keizer het hertogelijk gezag toegekend (inbegrepen de Markgraafschap Antwerpen als ambtsleen). Het jaar daarop, in 1129, werd hij ook voogd van Duisburg.

Zijn zoon Walram werd graaf van Aarlen. Hij werd in het hertogdom Limburg opgevolgd door zijn zoon Hendrik II van Limburg, die later ook het graafschap Aarlen van zijn broer zou overnemen.

Op 16 juli 1139 blies Walram II zijn laatste adem uit. Nog vóór 9 februari 1140 bevestigde Koenraad III Godfried VI als hertog van Neder-Lotharingen, die al op 25 juni 1139 het hertogschap daadwerkelijk uitoefende.

Walram II droeg de volgende titels: graaf van Aarlen in 1115, graaf van Wassenberg en Limburg in 1119 en hertog van Neder-Lotharingen in 1128. Voorts was hij markgraaf van Antwerpen en rijksvoogd van Duisburg.

Walram was in 1110 getrouwd met Jutta van Gelre (ca. 1095 – 1151), dochter van graaf Gerard I van Gelre (Zie Graven van Gelre nr 4). Zij hadden volgende kinderen:

  • Hendrik II van Limburg (Volgt 4a).
  • Gerard van Wassenberg, gehuwd met Elisabeth, vader van Gerard
  • Beatrix (ca. 1115 – ovl. 12 juli na 1164), gehuwd met graaf Rupert I van Laurenburg (Volgt Graven van Nassau)
  • Walram III van Aarlen (ovl. ca. 1146) graaf van Aarlen van 1139-1146
  • een dochter (ovl. ca. 1150), gehuwd met graaf Egbert van Tecklenburg

3b.  Rutger van Merum (overleden 1212).
Zoon van Koenraad van Merum en Heilwig van Roode.
Hij was gehuwd met Aleydis van Horne, dochter van Walter van Bemelen.
Kind:
– Hadewich van Merum (Volgt 4b)

 

4a. Hendrik II van Limburg (ca. 1110 – Rome, 1 augustus 1167) was hertog van Limburg en graaf van Aarlen.
Hendrik was zoon van Walram II. Na de dood van zijn vader (1139) verloor hij het conflict met Godfried II van Leuven om de functie van hertog van Neder-Lotharingen, die zowel door Walram als door Godfrieds vader was bekleed. Hendrik erfde dus alleen het graafschap Limburg, maar noemde zichzelf wel hertog. In 1147 erfde hij het graafschap Aarlen van zijn broer Walram. Hendrik vocht nog een oorlog uit met Hendrik I van Namen en nam deel aan de Italiaanse campagnes van Frederik I van Hohenstaufen. Hij overleed in Italië ten gevolge van de pest.
In 1136 huwde Hendrik met Mathilde van Saffenburg (ca. 1113 – 2 januari 1145), erfdochter van het Land van Rode. Door dit huwelijk werd Kerkrade Limburgs. Zij kregen twee kinderen:

  • Hendrik III van Limburg (Volgt 5a).
  • Margaretha van Limburg (1135-1172), zij huwde in 1155 met Godfried III van Leuven (Zie graven van Leuven nr.6)

Hendrik en Mathilde zijn begraven in de abdij Rolduc.

Hendrik hertrouwde met Laureta van Vlaanderen. Dit huwelijk werd na twee jaar ontbonden en ze kregen geen kinderen.

4b. Hadewich van Merum (geboren ca. 1171 – overleden 1235).
Dochter van Rutger van Merum en Aleydis van Horne.
Zij was gehuwd met Albert van Cuijk, burggraaf van Utrecht.
Kinderen:
– Hendrik III van Cuijk
– Willem van Cuijk
– Dirk van Cuijk (Volgt Heren van Cuijk nr.15)

5a. Hendrik III van Limburg (de Oude,  geboren ±1131 – overleden 21 juni 1221, abdij Rolduc) was een zoon van Hendrik II van Limburg en Mathilde van Saffenberg. In 1167 volgde hij zijn vader op als hertog van Limburg.

Hendrik trouwde met Sophie van Saarbrücken (±1132 – na 1214), een dochter van Simon I van Saarbrücken en Mathilde van Sponheim. Waarschijnlijk was ze zijn tweede vrouw, want oorkondes lijken erop te wijzen dat Gerard een stiefzoon van Hendrik was, m.a.w. uit een vorig huwelijk van Sophie kwam. Hendriks (stief)kinderen waren:

  • Hendrik van Wassenberg (1180-1202), gehuwd met Sophia van Gelre
  • Walram III van Limburg (1221-1226), graaf van Luxemburg en heer van Monschau en La Roche (Volgt 6)
  • Adelheid, gehuwd met Fastre van Ghoer, heer van Corswarem, Berlo en Frexin
  • Gerard I van Wassenberg-Horne (1202-1212) en mogelijk van Horne (of was dit de naam van een kasteel te Herve?), gehuwd met Beatrix van Meerheim bij Keulen
  • Mathilde van Limburg
  • Jutta van Limburg, gehuwd met Gosewijn IV van Valkenburg
  • Isolda van Limburg, gehuwd met Dirk I van Valkenburg
  • Frederik van Lummen, gehuwd met N. van Lummen
  • Simon van Limburg, prins-bisschop van Luik

Kwartierstaat Walram III van Limburg

Kwartierstaat Walram III van Limburg

6. Walram III van Limburg ( geboren 1180 – overleden 2 juli 1226)
Hij was een zoon van Hendrik III van Limburg en Sophie van Saarbrücken.
Samen met zijn tweede echtgenote Eremesinde wordt hij in 1214 graaf van Luxemburg. In 1221 wordt hij hertog van Limburg in opvolging van zijn vader. Zijn grafzerk ligt in de abdijkerk van Rolduc.

Hij was een eerste maal gehuwd met Cunegonde Lotharingen (-1214), dochter van Ferry I van Lotharingen. Hun kinderen waren:

  • Sophie, gehuwd met graaf Frederik van Altena-Isenberg. Hij werd de stamvader van het Duitse geslacht Limburg later de tak Limburg-Stirum en de tak Limburg-Broich.
  • Mathilde, gehuwd met graaf Willem III van Gulik (zoon van Everhard van Hengenbach en Judith van Gulik).
  • Hendrik IV (1195-1247), hertog van Limburg en graaf van Berg door huwelijk.
  • Jutta van Limburg (geboren 1200 – overleden 1248) (Volgt 7a)
  • Walram (-1242), heer van Monschau (Volgt 7b)

In 1214 huwde hij Ermesinde II van Namen en hun kinderen waren:

  • Catharina (-1255), in 1229 gehuwd met hertog Mattheus II van Lotharingen(-1251).
  • Hendrik V van Luxemburg (1216-1281) (Volgt 7c)
  • Margaretha
  • Gerard (-1276), graaf van Durbuy (Volgt 7d)
  • Dochter (Volgt 7e), gehuwd met Willem van Kessel, graaf van Kessel.

 

7a. Jutta van Limburg.
Dochter van Walram III van Limburg en Cunegonde van Lotharingen.
Zij was gehuwd met Boudewijn I van Bentheim (overleden 1247/48), een zoon van Otto I van Bentheim en Alveradis van Cuijk-Arnsberg.
Hij was van 1209 tot zijn dood graaf van Bentheim.
Dochter:

 

7b. Walram van Limburg
Overleden in 1242. Heer van Monschau. Zoon van Walram III van Limburg en Kunegonde van Lotharingen.
Hij was getrouwd met Elisabeth van Bar. Overleden in 1262. Dochter van Theobald I van Bar en Ermesinde van Luxemburg.
Dochter:

  • Bertha van Limburg (Volgt 8a)

7c. Hendrik V van Luxemburg (1221 – Mainz, 24 december 1281), bijgenaamd de Blonde, zoon van Walram III van Limburg en Ermesinde II van Luxemburg, was van 1247 tot 1281 graaf van Luxemburg. Hij was van 1256 tot 1263 tevens graaf van Namen. Hij huwde in1240 met Margaretha, dochter van Hendrik II van Bar, en werd de vader van:

  • Hendrik VI (1252-1288)
  • Walram (-1288), stamvader van de tak Luxemburg-Ligny
  • Filippa (1252-1311) (Volgt Graven van Luxemburg nr. 9), in 1270 gehuwd met Jan II van Avesnes (1247-1304), graaf van Henegouwen en van Holland (Zie Graven van Holland nr. 13)
  • Margaretha
  • Johanna (-1310), abdis van Clairefontaine
  • Isabella (1247-1298), in 1264 gehuwd met graaf Gwijde van Dampierre van Vlaanderen (1225-1304).

Bij zijn huwelijk kreeg hij van zijn schoonvader, de heerlijkheid Ligny. In 1263 verkocht hij Namen aan zijn schoonzoon Gwijde. Ook vergezelde hij de Franse koning Lodewijk IX bij diens kruistocht in 1270. Na zijn dood werd Hendrik V opgevolgd door zijn zoon Hendrik VI.

 

7d. Gerard van Luxemburg
Graaf van Durbuy. Geboren circa 1222, overleden in 1276. Zoon van Walram III van Limburg en Ermesinde II van Namen.
Hij was gehuwd met Machteld van Kleef. Geboren rond 1240. Dochter van Diederik VI van Kleef en Elisabeth van Brabant.
Dochter:

  • Catharina van Durbuy  ± 1255-1328 (Volgt 8)

7e. Margaretha van Limburg
Zij was een dochter van Walram III van Limburg en Ermesinde II van Namen.
Zij was gehuwd met Willem van Kessel, zoon van Hendrik IV van Kessel (Zie Graven van Kessel nr. 5) .
Hij volgde zijn vader in 1232 en had nauwe betrekkingen met de graaf van Gelre.
Kinderen uit het huwelijk:

  • Hendrik V van Kessel, verkoopt door geldgebrek zijn graafschap aan Reinald I graaf van Gelre.
  • Katharina van Kessel (Volgt  Graven van Kessel nr. 6)
Vermeldingen:
Geni – Margaretha van Limburg

 

8a. Bertha van Limburg
Geboren omstreeks 1225, overleden in 1254. Erfdochter van Walram I van Limburg, heer van Monschau en Elisabeth van Bar.
Zij was gehuwd met Dirk II van Valkenburg. Geboren in 1228,  overleden in 1268. Zoon van Dirk I van Valkenburg (Zie Heren van Valkenburg nr. 5) en Beatrix van Kyrberg-Dhaun. Hij was heer van Valkenburg.
Bertha en Dirk I kregen een zoon en nog twee dochters:

  • Walram (de rosse) van Valkenburg (1245/1254 – 1302), heer van Valkenburg en Monschau
  • Elisabeth van Valkenburg (Volgt Heren van Valkenburg nr. 7) (Zie ook Marenteel Maria van Arkel nr. 7)
  • Beatrix van Valkenburg (ca 1254 of eerder – 1277), trad op 16 juni 1269 te Kaiserslautern in het huwelijk met Rooms-koning Richard van Cornwall

 

8b. Catharina van Durbuy
Geboren circa 1255, overleden 1328. Dochter van Gerard van Luxemburg, graaf van Durbuy en van Machteld van Kleef.
Zij was gehuwd met Albrecht van Voorne.
Kinderen:

  • Gerard van Voorne, opvolger van zijn vader
  • Lisebette van Voorne  ± 1325 – …. (Volgt Heren van Voorne nr. 8b)

————————————————————————————————————————————————————————————————–

Wapen Provincie Limburg

Limburg-nl-wapen.svg

Wapen van de provincie Limburg

 

Koning Willem III verleende Limburg bij Koninklijk Besluit van 27 december 1886 een wapen.
In het Limburgse provinciewapen zijn de wapens van de vier voornaamste vorstendommen opgenomen waarvan delen, tot de komst van de Fransen in 1794, behoorden tot de tegenwoordige provincie Limburg. Het wapen van Limburg is een afspiegeling van de staatkundige wordingsgeschiedenis van deze provincie.

De volledige beschrijving van het schild is als volgt:
(NB: bij een heraldische wapenbeschrijving gaat men uit van de drager van het wapenschild.)

kwartier Valkenburg

Kwartier Valkenburg

Het eerste kwartier (rechtsboven); in een zilveren veld staat een rode leeuw met dubbele staart met goud gekroond en met gouden klauwen. Het is ontleend de Valkenburgse leeuw van het wapen van het Land van Valkenburg.
Zie heren van Valkenburg.

Kwartier Gulik

Kwartier Gulik

Het tweede kwartier (linksboven); in een gouden veld een ongekroonde, zwarte leeuw, met rode tong en rode klauwen. De leeuw is ontleend aan het oude wapen van Gulik-Kleef-Berg van het Hertogdom Gulik.

Kwartier Horne

Kwartier Horne

Het derde kwartier (rechtsonder); op een gouden ondergrond drie horens van rood met zilveren banden. Dit kwartier is ontleend aan het oude het wapen van Horne van de heerlijkheid en de later graafschap Horn.
Zie heren van Horne

Kwartier Gelre

Kwartier Gelre

Het vierde kwartier (linksonder); in een blauw veld een gouden leeuw met dubbele staart, een rode tong en een kroon en klauwen van goud. Dit is de Gelderse leeuw uit het wapen van Gelderland van het Hertogdom Gelre.
Zie graven van Gelre

Hartschild Limburg

Hartschild Limburg

Over deze vier zogenaamde ‘kwartieren’ heen ligt een hartschild. Hierop staat in een zilveren veld een rode leeuw met gouden kroon en klauwen, afkomstig van het oude wapen van het hertogdom Limburg.

Zie Graven en Hertogen van Limburg

 

 

Het hele schild is bedekt met een hertogenhoed of –kroon.

 

 

Zie ook Wapenfeiten  ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van het wapen van de Provincie Limburg.